Over botjes, protjes en snotjes : het-grote-zo-werkt-je-lichaam-boek
Dat is toch heel gewoon
×
Dat is toch heel gewoon
Besprekingen
Op uitnodiging van Duizendpoot Miel volgt de (voor)lezer de ijverige postbode van een ‘woonboom vol dierenhuisjes’ op zijn dagelijkse ronde. Miel bezorgt brieven, pakjes én een geheimzinnige brief bij verschillende bewoners met een uiteenlopende gezinssituatie; zo heeft Martje Mol enkel een moeder, worden de Wezeltjes opgevoed door twee moeders en twee vaders, bekommeren Mark en Mieke Muis zich over hun ‘adoptiekevers’ en woont Sam Specht bij zijn twee papa’s. Behalve een korte introductie tot het specifieke gezinnetje, herhaalt Thaïs Vanderheyden telkens dat alle bewoners weliswaar erg verschillend zijn, maar voegt ze toe dat zoiets ‘eigenlijk heel gewoon’ is. Die moraliserende boodschap gaat al snel vervelen en de expliciete toevoeging ontkracht het goedbedoelde betoog net. Immers, als alle samenwoningsvormen echt evenwaardig en conventioneel zijn, kon die geruststellende slagzin ook wel achterwege blijven.
Als zogenaamd leuk extraatje heeft de auteur een raadseltje toe…Lees verder
Als zogenaamd leuk extraatje heeft de auteur een raadseltje toe…Lees verder
Copyright (c) Vlabin-VBC
Een warm prentenboek over een boom waarin allerlei verschillende dierenfamilies wonen. Martje Mol heeft alleen een mama, Otto en Olga Ooievaar hebben geen kindjes en Sam Specht heeft twee papa’s. Iedere familie in woonboom de Bonte Beuk is anders, maar dat is eigenlijk heel gewoon! Duizendpoot Miel bezorgt elke dag de post en stelt de jonge lezer voor aan alle kleurrijke families die in de Bonte Beuk wonen. Geschreven in zachte, lichtvoetige stijl. Met speelse illustraties in vrolijke kleuren en een zoekelement. Vanaf ca. 4 jaar.
Thaïs Vanderheyden (1976) studeerde kunstgeschiedenis en volgde tekenles aan de academie van Brugge. Ze tekende en schreef meerdere kinderboeken. Haar werk werd in meerdere landen uitgegeven.
Dat is toch heel gewoon
Miel Duizendpoot is postbode. Hij leeft en werkt in de Bonte Beuk, een woonboom waarin inderdaad een bont gezelschap samenwoont. Hij nodigt de kijker/lezer uit om hem te vergezellen op zijn dagelijkse ronde en tegelijk kennis te maken met de bewoners. Voor hij vertrekt, zoekt hij zijn blauwe schoentjes maar er staat geen enkele blauwe schoen op het rek. Miel vraagt of de lezer hem wil helpen zoeken. Alle bewoners zijn anders, maar eigenlijk is dat heel gewoon, zegt Miel. Dat zinnetje staat telkens in schrijfletters.
Eerst komen ze bij het eenoudergezin van Martje Mol, haar moeder heeft een brillenwinkel. En toevallig is daar het eerste blauwe schoentje te vinden voor wie goed zoekt. Dan volgen de Vosjes van de biowinkel. Daar woont de oma in. Kamiel Konijn heeft een witte mama en een zwarte papa en zelf heeft hij twee kleuren. De Wezeltjes hebben twee mama's en twee papa's, Mark en Mieke Muis hebben vijf adoptiekevers, Sam Specht heeft twee papa's, Burgemeester Uil woont graag a…Lees verder
Eerst komen ze bij het eenoudergezin van Martje Mol, haar moeder heeft een brillenwinkel. En toevallig is daar het eerste blauwe schoentje te vinden voor wie goed zoekt. Dan volgen de Vosjes van de biowinkel. Daar woont de oma in. Kamiel Konijn heeft een witte mama en een zwarte papa en zelf heeft hij twee kleuren. De Wezeltjes hebben twee mama's en twee papa's, Mark en Mieke Muis hebben vijf adoptiekevers, Sam Specht heeft twee papa's, Burgemeester Uil woont graag a…Lees verder